Veelgestelde vragen (FAQ)
Hieronder tref je een overzicht van veelgestelde vragen. Deze vragen en antwoorden geven antwoord op een technisch en regelgevingsgericht overzicht van dakveiligheid en aan welke eisen en maatregelen je dient te voldoen om veilige werkomstandigheden te garanderen.
Jij bent zelf verantwoordelijk. Daarnaast zijn alle partijen die invloed kunnen uitoefenen op de gezondheid en veiligheid verantwoordelijk. Dus opdrachtgevers en werkgevers. Maar ook adviseurs, ontwerpers en toeleveranciers zoals REZ. Maar ook familie, kennissen en collega’s. Veiligheid realiseer je samen!
Opdrachtgevers zijn op grond van het Burgerlijk Wetboek aansprakelijk voor de gevolgen van gezondheidsschade door slechte arbeidsomstandigheden op de locatie. In het Arbobesluit staan aanvullende verplichtingen voor opdrachtgevers (in de bouw).
Door als eerste een veilige daktoetreding te realiseren en vervolgens een veilige werkplek.
Een goede voorbereiding is hierbij het halve werk! Deze ‘grote’ verantwoordelijkheid start bij de opdrachtgever. Dus als het goed is heeft de opdrachtgever een RI&E voor de specifieke risico’s van veilig werken op hoogte voor het specifieke gebouw laten uitwerken.
Hierin wordt stilgestaan bij alle aanwezige dakelementen (zonnepanelen, MV’s, Airco’s, doorvoeren, het dak zelf, etc) waaraan nu of in de toekomst werkzaamheden aan moeten worden uitgevoerd.
Dus zaken als veilige daktoegangsprocedures, instructie van gebruikers van ankerpunten en training in het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen voor valbeveiliging. Maar ook toezicht op het juiste gebruik van de ter beschikking gestelde beschermingsmiddelen, de beschikbaarheid van reddingsmiddelen en het uitvoeren van een reddingsplan behoren tot de arbeidsveiligheid en een veilig dak.
In artikel 3.15 van het Arbeidsomstandighedenbesluit staat dat markering van gevaarlijke plaatsen verplicht is. Ook in Artikel 8.4 ‘Algemene vereisten veiligheids- en gezondheidssignalering’ wordt hiernaar verwezen.
Voor de meest voorkomende situaties heeft REZ markeringen met de volgende Pictogrammen:
- Pictogram ‘Verboden Toegang voor onbevoegden’ (Lid 2 Artikel 3.15. Markering gevaarlijke plaatsen)
- Pictogram ‘Valgevaar’
- Pictogram ‘Doorvalgevaar’
- Pictogram ‘Struikelgevaar’
- Pictogram ‘Uitglijgevaar’
- Pictogram ‘Verplichte looprichting’
- Pictogram ‘Waarschuwing Geringe Valhoogte’
- Pictogram ‘Waarschuwing Systeem uitsluitend te gebruiken als gebiedsbegrenzing’
- Pictogram ‘Valbeveiliging verplicht in gevarenzone’
- Pictogram ‘Valbeveiliging verplicht in gevarenzone + Opstelplaats Ladder’
Boetes, aansprakelijkheidsstelling voor gevolgschades en wellicht een taakstraf of zelfs een gevangenisstraf.
Volgens de Nederlandse Arbowet is valbeveiliging verplicht bij werkzaamheden op een hoogte van 2,5 meter of hoger. Voor lagere hoogtes kan valbeveiliging ook verplicht zijn als er specifieke risico’s aanwezig zijn, zoals scherpe objecten of gevaarlijke stoffen op de grond.
Valbeveiliging moet voldoen aan de Europese normen, zoals EN 13374 voor tijdelijke randbeveiligingssystemen en EN 795 voor ankerpunten. De belangrijkste soorten valbeveiliging zijn:
- Collectieve beveiliging (zoals hekwerken en leuningen)
- Persoonlijke beveiliging (zoals valharnassen en vanglijnen)
- Permanent geïnstalleerde systemen (zoals levenslijnen en dakankers)
Ja, alle valbeveiligingssystemen moeten volgens de wet minimaal één keer per jaar worden geïnspecteerd door een gecertificeerde deskundige. Dit is om ervoor te zorgen dat het systeem veilig en effectief blijft.
Een RI&E is een verplicht document waarin bedrijven alle risico’s van werken op hoogte, inclusief het werken op daken, moeten identificeren. Het omvat:
- Identificatie van gevaren (bijvoorbeeld valrisico’s)
- Beoordeling van de risico’s
- Het plan van aanpak om deze risico’s te beheersen, inclusief valbeveiligingsmaatregelen.
Ja, tijdelijke valbeveiligingsmaatregelen zoals mobiele hekwerken, vangnetten en draagbare ankerpunten zijn toegestaan, zolang ze voldoen aan de relevante normen (zoals EN 13374 voor tijdelijke systemen). Ze moeten ook correct worden geïnstalleerd en gebruikt.
Een harnasgordel is verplicht wanneer collectieve valbeveiliging (zoals hekwerken of leuningen) niet mogelijk is. Werknemers die op hoogte werken zonder fysieke randbescherming moeten worden beveiligd met persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM), zoals een harnasgordel in combinatie met een vallijn en ankerpunt.
Een ankerpunt is een bevestigingspunt voor valbeveiligingssystemen, zoals harnasgordels en vallijnen. Ankerpunten moeten voldoen aan EN 795, wat eisen stelt aan de sterkte en installatie van het systeem. Een ankerpunt moet minimaal 12 kN aan krachten kunnen weerstaan om een val effectief op te vangen.
Ja, volgens de Arbowet moeten werknemers die op hoogte werken adequaat worden getraind in het gebruik van valbeveiligingsapparatuur. Dit omvat het correct dragen van harnasgordels, het vastmaken aan ankerpunten en het reageren in geval van een valincident.
Als een bedrijf niet voldoet aan de valbeveiligingsvereisten, kan de Nederlandse Arbeidsinspectie boetes opleggen die kunnen variëren van enkele duizenden euro’s tot veel hogere bedragen, afhankelijk van de ernst van de overtreding. In het geval van een ongeval kan er ook sprake zijn van aansprakelijkheid voor letselschade.
Ja, werkzaamheden aan daken, inclusief het installeren of onderhouden van zonnepanelen, vereisen valbeveiliging als er op een hoogte van 2,5 meter of hoger wordt gewerkt. Valbeveiligingssystemen zoals hekwerken, ankerpunten of levenslijnen moeten aanwezig zijn om het risico op vallen te minimaliseren.
Deze vragen en antwoorden geven een technisch en regelgevingsgericht overzicht van dakveiligheid, waarmee bedrijven beter kunnen begrijpen aan welke eisen en maatregelen ze moeten voldoen om veilige werkomstandigheden te garanderen.